Amsterdam, 3 oktober 2023 – In een tussenvonnis bevestigt het Amsterdamse Gerechtshof het ondernemerschap van chauffeurs.

Maurits Schönfeld, directeur bij Uber: “Het is goed en belangrijk dat het Gerechtshof het ondernemerschap van chauffeurs in dit tussenvonnis expliciet bevestigt.” Het Gerechtshof schrijft hierover: “Afgaande op de door partijen aan het Gerechtshof ter beschikking gestelde gegevens houdt het Gerechtshof er rekening mee dat voor een substantieel deel van de chauffeurs sprake is van ondernemerschap.”

Uber hoopt dat er snel duidelijkheid komt voor chauffeurs en dat naar hen wordt geluisterd: “Ook in het vervolg van deze zaak blijft het cruciaal dat chauffeurs hun stem kunnen laten horen, omdat 94% van de chauffeurs zelfstandig taxiondernemer wil blijven,” aldus Maurits Schönfeld.

Extra tijd om tot definitief besluit te komen

Het Gerechtshof wil, voordat het tot een definitieve uitspraak komt, eerst advies krijgen van de Hoge Raad over twee cruciale punten: ‘wat is de rol van ondernemerschap bij het beoordelen van de arbeidsrelatie’ en ‘is de procedure die FNV heeft gevolgd wel de juiste?’ 

Breder maatschappelijk vraagstuk

Het Gerechtshof heeft ook laten weten dat het ziet dat dit onderwerp niet alleen over taxichauffeurs gaat. Het besluit van het Gerechtshof is onderdeel van een breder maatschappelijk vraagstuk: “Vanwege het grote maatschappelijke en juridische belang van de vraag hoe het aspect ‘ondernemerschap’ een rol kan spelen bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie en omdat te verwachten valt dat deze vraag ook van belang is voor andere geschillen over de kwalificatie van arbeidsrelaties, is het Gerechtshof voornemens hierover prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.”